Canadese Indianen waren vol lof over de manier waarop vossen op eendenjacht gingen. Een van de vossen lokte de nieuwsgierige eenden,
door met vrolijke sprongen en capriolen op de oever de rennen, als de eenden dicht genoeg bij waren kwamen de andere vossen, die zich
verdekt hadden opgesteld, en grepen de eenden. De Indianen, en later de jagers gingen op zoek naar een hond die zij dit speelse, tollende
gedrag konden leren. De Canadese streek (Nova Scotia) en het werk; rondtollen om eenden (duck) te lokken hebben de naam gegeven
aan de hond die uiteindelijk ook nog het aangeschoten wild moest gaan ophalen uit het water en naar de jager moest brengen (retrieven).
De kleinste van alle retrievers, qua vacht lijkend op de Golden retriever, maar wel met een heel eigen karakter.
Het werk van de Toller bestaat er uit dat hij met zijn gekke streken de eenden moet lokken, het is dus begrijpelijk dat de Toller een vrolijke,
speelse, beweeglijke hond is.
Anders dan de Labrador, Golden en Flatcoated Retriever, die bekend staan als allemansvrienden, is de Toller wat afstandelijk en terughoudend,
zeker naar vreemden toe. Aan de baas de taak om ervoor te zorgen dat afstandelijk en terughoudend niet angstig en onzeker wordt, een
goede socialisatie, in zijn vroege jeugd, is zeker nodig in onze drukke maatschappij.
Houdt er ook rekening mee dat een Toller nogal een gevoelig zieltje heeft, dat hij graag (met kinderen) speelt, betekent niet dat het er ruw
en wild aan toe moet gaan. Leer uw kinderen rekening te houden met de "persoonlijke zone" van uw hond. Intelligentie spelletje, zoekspelletjes,
apporteren, hiermee kan hij zich uren vermaken, ook kan hij zonder problemen een flinke wandeling (naast de fiets) of hondensport op hoog
niveau aan.
Blaffen zult u de Toller weinig horen doen maar als hij echt opgewonden is zult u het horen aan zijn "tollerscream", een gegil dat echt
kenmerkend is voor de Toller.
Kortom, de Toller is een intelligente hond, die zeer snel leert, dit betekent echter ook dat hij zichzelf snel deugnieterij aan kan leren als hij
hiertoe de kans krijgt. Ook heeft hij heel snel door hoe hij de baas zo ver kan krijgen dat die naar hém luistert, in plaats van andersom, trap
niet in die val en stop ongewenst gedrag zonder hem aandacht te geven. Probeer niet de Toller te dwingen om commando's uit te voeren,
hem laten zitten door op zijn poep te duwen werkt eerder averecht, probeer het gewenste gedrag uit te lokken en beloon hem zodra
het lukt. Corrigeer NOOIT met harde hand of stem, de Toller raakt het vertrouwen in zijn baas hierdoor volledig kwijt, en het kan erg lang
duren voor er weer een kleine blijk van vertrouwen is. Zorg dat er voldoende variatie in de oefeningen zit. Omdat hij zo intelligent is,
verveelt hij zich snel als oefenen wat saai dreigt te worden. Dit is zeker het geval op een hondenschool, als hij maar keer op keer moet
herhalen omdat de andere honden nog niet zover zijn, zal hij snel afgeleid zijn en misschien het stempel "ongeïnteresseerd" krijgen.
Vergelijk het met een kind met een extreem hoog IQ wat op school ook soms als "dom" gezien wordt gewoon omdat de lesstof veel
te saai en gemakkelijk is.
De grootte van volwassen reuen is 48 - 51 cm, voor teven is dit 45 - 48 cm. Een afwijking van 3 cm naar boven of beneden is toegestaan.
Een richtlijn voor het gewicht is 20 - 23 kg voor reuen en 17 - 20 kg voor teven.
De Toller heeft een dubbele vacht van middelmatige lengte, eventueel golvend op de rug, voor de rest stijl. De kleur gaat van oranje tot
vosserood. Witte markeringen aan staartpunt, poten, borst en bles zijn gewenst. Neus, lippen en oogranden moeten vleeskleurig
(passend bij de vacht) of zwart zijn.
Vachtverzorging
De Nova Scotia Duck Toling Retriever heeft een zg. gecombineerde vacht met ondervacht. De vacht bestaat dus uit een korter gedeelte
op zijn rug en langere haren aan de benen, en kraag. Over hun hele lichaam hebben ze een ondervacht. Deze ondervacht komt 2x per jaar
in de rui. Op deze momenten wordt de vacht dof, dit is het eerst te zien op de flanken, en moet dan zeer grondig uitgeborsteld en uitgekamd
worden. Dit is een langdurig werkje waar een ervaren hondenkapster toch wel enkele uren mee bezig is, maar dat u net zo goed zelf kunt,
mits u het geduld hiervoor op kunt brengen. Het is belangrijk om al de ruiharen er op een zo kort mogelijke termijn uit te kammen, hooguit
op enkele dagen, omdat de levensduur van een hondenhaar op zijn hele lichaam dezelfde is. Als u de ruihaar er op 1 dag uit kunt borstelen
betekend dit dus dat alle haren over een half jaar samen in de rui komen waardoor u niet veel last hebt van haaroverlast. Tussen de
ruiperiodes in heeft de vacht niet veel onderhoud nodig. Enkele plaatsen op het lichaam moet u tussentijds klitvrij houden. Deze plaatsen
zijn de fringles rond de oren, onder oksels en liezen en aan de achterkant van de achterpoten, eventueel ook de staart. Hier moet regelmatig
geborsteld of gekamd worden, probeer tussen de ruiperiodes in wel uitsluitend de bovenvacht te borstelen en niet tot in de ondervacht te
borstelen of kammen.
Om de ondervacht uit te borstelen moet de vacht laag voor laag grondig geborsteld worden met een rechte pinnenborstel (géén universeel
borstel met kromme ijzeren pennetjes) hierna moet de vacht laag per laag uitgekamd worden met een grof getande kam, en hierna nogmaals
met een fijngetande kam om de laatste haren uit te kammen. Zorg hierbij dat u gemakkelijk kunt werken en dat uw hond niet constant weg
loopt. U kunt uw hond bv op een tafel zetten met een riem rond buik en hals die u aan het plafond bevestigd.
Voor een borstelbeurt van Uw Toller hebt u de volgende kammen en borstels nodig :
Houdt er bij castratie of sterilisatie rekening mee dat uw hond een zg. castratievacht kan krijgen. Dit is een vacht die waarbij de
onderwol "op hol" slaat en langer wordt dan de bovenvacht, u krijgt dan een hond met een wollige, pluizige vacht te zien.
Als u vindt dat de vacht van de hond op sommige plaatsen te lang wordt (bv op de achterpoten) laat deze dan NOOIT knippen of scheren,
maar laat deze dan uitplukken bij een goede hondentrimmer die verstand heeft van hondenvachten. Vraag hoe ze de vacht van de hond
gaat behandelen, wat ze van plan is te gaan doen. Nog te vaak komen honden bij de hondentrimmer vandaan waar ze een behandeling
hebben gekregen die niet overeenstemt met hun vacht. Tenslotte is het vak van hondentrimmer geen beschermd beroep en wordt er veel
te vaak naar schaar of scheermachine gegrepen.
Heeft uw hond toch een erg vaste klit, die u niet uitgeplozen krijgt met uw vingers, neem dan een schaar met een scherpe punt, zet de
punt tussen huid en klit en knip zo, naar buiten toe, de klit enkele keren door. Op deze manier beschadigd u de vacht minimaal en kunt u
de klit gemakkelijk uitpluizen met uw vingers en daarna verder uitkammen.
Wassen
Probeer uw hond zo weinig mogelijk te wassen, misschien is het voldoende om uw hond goed af te spoelen met lauwwarm water. De vacht
van uw hond is vet, waardoor vuil en vocht zich niet vastzet op de vacht. Bij het wassen met shampoo ontvet u de vacht, waardoor vuil en
vocht zich echt vastzet op de vacht. Het gevolg kan zijn dat uw hond er, de dag nadat hij gewassen is, viezer uitziet dan voor zijn wasbeurt!
Als het toch nodig is om hem te wassen, doe het dan met een milde honden- of puppyshampoo, gebruik geen shampoo voor mensen, de
PH waarde van onze huid is volledig anders dan de PH waarde van de huid van de hond, waardoor onze shampoo nog veel agressiever
voor zijn vacht is.
Borstel steeds uw hond goed uit VOOR het wassen, klitten in de vacht krijgt u na het wassen en drogen vrijwel niet meer uitgeborsteld.
Onze Toller reu Niels mag herplaatst worden, Hij is inmiddels gecastreerd en is nu ongeveer 8 jaar oud.