Volgens ons kan je nooit echt verstand
hebben van hondenrassen, je kunt wel leren
om goed met honden om te gaan en honden te
"lezen". Elke karakteromschrijving van een
ras wordt onmiddellijk weerlegt door de
uitzonderingen die de regel bevestigen. Net
zomin als dé Vlaming, dé Hollander, dé
Antwerpenaar of dé Amsterdammer bestaat, kun
je dé Labrador, Pitbull, of Cavalier ook
niet specifiek afvangen.
Je kunt wel leren om goed met honden om te
gaan en ze te "lezen". En dat wil wel lukken
wanneer je 24/7 met honden bezig bent. Wij
kennen onze eigen honden dan ook door en
door en hebben inmiddels zoveel ervaring,
dat we ook onze pensionhonden goed
inschatten. Voor onze eigen honden vinden
wij het erg belangrijk dat zij geen enkele
vorm van agressie kennen en stabiel zijn.
Hoewel de opvoeding van een pup essentieel
is hebben ze toch een enorme voorsprong als
hun ouders over goed genetisch materiaal
beschikken.
.
Een F.C.I. stamboom is de enige
West-Europese stamboom die wereldwijd erkend
wordt, ook bij stamboomorganisaties in
Amerika, Australië, Groot Brittannië, enz.
Een stamboom is NOOIT een
gezondheidscertificaat. Het enige wat op een
stamboom staat is de naam van de fokker en
de naam van de hond, zijn ouders, zijn
grootouders en zijn overgrootouders. U kunt
dus van 4 generaties zien of er inteelt of
lijnteelt is gebruikt voor het fokken van de
hond. In België is het tegenwoordig
verplicht een DNA test af te laten nemen van
de beide ouders en 1 pup uit het nest zodat
er niet geknoeid kan worden met
(voornamelijk) het vaderschap van het nest.
Daarbij kan het zijn dat de pup gefokt is
volgens de richtlijnen van de rasvereniging.
Dit betekent dat de ouders getest zijn op
een aantal erfelijke afwijkingen die
frequent voorkomen bij het ras. Dit heeft
echter niets met het wel of niet verkrijgen
van de stamboom te maken!
Er zit een hoop angst bij mensen die je
als professioneel fokker te horen krijgt.
Dat is ook niet zo gek. We zien immers
vreselijke beelden van gedumpte pups op tv.
Of mishandelde Spaanse honden die voor dood
worden achtergelaten. En we kennen allemaal
de verhalen van uitgeputte en doodzieke
hondjes die uit het voormalig Oostblok ook
hier in België en Nederland worden
aangeboden. Wij zijn daar als erkend fokker
uiteraard ook absoluut niet blij mee en
waarderen het enorm als mensen zich in
willen zetten om dit tegen te gaan. Helaas
zijn er ook mensen die iedereen en alles op
één hoop gooien waardoor een willekeurige
fokker bij voorbaat slecht is.
Wij verkopen pups en verdienen daar ons
brood mee. Maar een gezonde en sociale pup
is het, overigens schitterende,
eindresultaat in een proces waar veel meer
bij komt kijken. Dat krijgen we voor elkaar
door onze honden en pups met de grootste
zorg en respect behandelen. Met ons hart en
verstand. Iedere dag weer opnieuw. Dat is
voor ons het mooiste en eervolste werk dat
er bestaat. De ervaring leert dat je aan
mensen met vooroordelen weinig kan doen, al
nodigen wij ze nog steeds uit om ons bedrijf
te leren kennen.
Niet elk ras is voor ieder persoon of
gezin geschikt. Is de persoon jong of oud?
Misschien slecht ter been? Is het de eerste
hond die in een gezin terecht komt. Of is de
persoon een uiterst ervaren hondenbezitter?
Voor iedere categorie mensen willen wij
enkele rassen kunnen adviseren. Globaal
hebben wij hierin dus een bewuste
voorselectie van rassen gemaakt. Rassen
waarmee het prettig leven is, die zich over
het algemeen vrij gemakkelijk laten opvoeden
en bekend staan als vrolijk en
kindvriendelijk en geen eindeloze
bewegingsbehoefte hebben.
Esmee (9 jaar) uit Rotterdam vroeg me
laatst hoe laat wij opstaan. Ik sta elke dag
(ook op zaterdag en zondag) op om 6.45 uur.
Meestal is mijn man al een kwartiertje
eerder opgestaan. We gaan dan eerst bij de
honden kijken, mijn man gaat naar alle
volwassen honden, ik loop langs alle
puppy's. Als er geen problemen zijn gaan we
ontbijten. Na het ontbijt beginnen we met
het poetsen van de hondenverblijven, het
voeren van de honden, verzorgen van de
puppy's.
Ik ben ooit 2 keer gebeten. De eerste
keer door een van onze eigen honden, hij was
erg verliefd op een teefje en werd boos
omdat ik hem daarbij weg wilde halen. De
tweede keer was door een hond in het pension
die erg angstig was en die zich kennelijk
bedreigt voelde door mij. Gelukkig is dit al
weer een hele tijd geleden want gebeten
worden doet erg veel pijn.
Ik heb geen lievelingshond, ik kan echt
niet kiezen tussen al onze lieve en leuke
honden, maar er wonen wel 2 hondjes bij ons
in huis die natuurlijk wel een klein
streepje voor hebben.
Hoewel een aantal van onze ouderdieren
een F.C.I. stamboom hebben, krijgen onze
pups deze niet. In tegenstelling tot de
meeste andere landen, krijgen pups in België
niet automatisch een F.C.I. stamboom ook al
hebben de beide ouders er wel een. In België
is het verplicht om met beide ouderdieren
meerdere keren een tentoonstelling te
bezoeken waar de hond gekeurd zal worden.
Hij moet daar minimaal de kwalificatie
"goed" krijgen. Omdat wij nooit
tentoonstellingen bezoeken met onze honden
zullen onze pups ook nooit een F.C.I.
stamboom hebben.
Er zijn nog wel enkele andere verenigingen
en organisaties die een stamboom
uitschrijven maar deze hebben internationaal
en op tentoonstellingen geen enkele waarde!
Let dus goed op als u betaald voor een pup
met stamboom dat het een stamboom is die
erkend is door het F.C.I.
U kunt de pups bij ons bezoeken vanaf de
leeftijd van 3 weken, U ziet ze dan samen
met hun moeder, de vader woont meestal ook
bij ons, maar zit niet bij de pups.
Bovendien kunt u aan ons erkenningsnummer
(HK13102295) zien dat wij een professionele
fokker zijn en geen fokker-handelaar
(hierbij zijn de eerste cijfers 14 of 15).
Er wordt door de federale overheid van
Volksgezondheid streng gecontroleerd dat
hier geen misbruik van wordt gemaakt.
Tot op dit moment hebben wij dit nog niet
meegemaakt. Het kan wel eens gebeuren dat
wij veel, of juist geen, pups van een
bepaald ras hebben. Daarnaast is het ene
nest nu eenmaal groter dan het andere en
krijgen wij geen pups op bestelling. Dit
maakt het niet altijd gemakkelijk om alle
pups te verkopen op de meest ideale
leeftijd, waardoor het soms gebeurt dat een
wat oudere pup nog steeds bij ons woont. Wij
starten dan alvast met de basistraining en
wat extra socialisatie oefeningen, zodat
zijn achterstand niet te groot wordt.
Houtschaafsel is, tot nog toe, het meest
absorberende materiaal dat wij gevonden
hebben om de pups in te laten ravotten.
Gemorst drinkwater, urine, ontlasting worden
snel geabsorbeerd en hierdoor blijven de
pups droog en schoon. Bovendien hebt u
hierdoor een geweldig hulpmiddel bij de
zindelijkheidstraining.
Elke pup komt in een ander gezin terecht en
iedereen heeft een eigen plaats waarop de
pup zich mag ontlasten. Het ene gezin heeft
een plaats voorzien op de zwarte grond onder
de struiken, het andere gezin op de tegels,
het derde gezin op een hoekje van het
grasveld en zo zijn er nog talloze
mogelijkheden. Dit maakt het voor ons
moeilijk om al met een
zindelijkheidstraining te beginnen die voor
iedereen werkt. Maar als u een "kistje"
zonder bodem, met een laagje houtschaafsel
op de plaats zet die jullie uitgekozen
hebben, zal de pup deze plek al snel
opzoeken om zijn behoefte te doen. Elke dag
een beetje minder schaafsel in het kistje en
na een dag of 10 is de pup gewend aan het
plekje dat u voorzien had.
Wij hebben speciaal voor een zandweide
gekozen, zowel voor onze eigen honden, als
voor de speelweides van het pension, omdat
deze veel beter zuiver gehouden kunnen
worden. Op een grasweide is het erg moeilijk
om de ontlasting te verwijderen, terwijl dit
op een zandweide goed opgeschept kan worden.
Na elke speelronde lopen we even rond met de
schep en de honden kunnen weer in een weide
spelen zonder dat ze zich vuil maken in de
ontlasting van hun voorgangers.
In feite is een pup al zindelijk vanaf de
leeftijd van ongeveer 6 weken. Dat betekent
dat hij er vanaf die leeftijd alles aan zal
doen om zijn nest niet te bevuilen. Maar ja,
wij vinden ons hele huis "nest", en dat is
iets wat wij de pup natuurlijk ook moeten
leren.
Bij de zindelijkheidstraining zijn er een
paar dingen heel belangrijk:
- start meteen met de zindelijkheidstraining
op de plaats die jij voorzien hebt, steek
geen energie in het krantzindelijk maken,
puppytrainingsmatjes gebruiken enz.
uiteindelijk moet je hem toch leren om zich
buiten te ontlasten, dus heb je op deze
manier 2x werk.
- richt je op de pup, dus laat hem/haar
bepalen wanneer er iets moet gebeuren, dit
betekent dat je je pup heel goed in de gaten
moet houden, als je ziet dat hij, al
snuffelend, rondjes draaiend, een plaatsje
gaat zoeken pak je hem zo snel mogelijk op
en zet hem op de plaats die jij daarvoor
hebt uitgekozen. Door je te richten op de
pup in plaats van te proberen de pup zich te
laten richten op jouw klok (bv als er gezegd
wordt "elke 1.5 uur moet je pup naar
buiten!") verbind je het gevoel in de buik
van jou pup (want hij voelt dat hij moet
gaan plassen) aan het door de deur naar
buiten gaan, daar plassen en dan een
beloning krijgen. Hij zal zich over enkele
dagen alvast richting deur begeven als hij
dat gevoel weer in zijn buik krijgt!
- beloon je pup met iets extra lekkers (en
dit hoeft niet groter te zijn dan een blokje
van 1 cm). Zindelijkheid is voor ons iets
heel belangrijks, maak het ook voor de pup
extra belangrijk door hem iets heel lekkers
te geven. - straf je pup niet als het een
keer mis gaat, maar ontgeur die plaats wel.
Ontgeuren (voor de hond) gaat nog altijd het
beste met azijnwater.
Tot slot zijn er nog een paar trucjes om het
voor de pup wat gemakkelijker te maken,
zoals het maken van een hondentoilet. Een
hondentoilet is een afgebakende ruimte,
liefst met een ondergrond die je nergens
anders in de tuin tegenkomt. Voor de een
zijn dat tegels, voor de ander (ronde!)
kiezels, het kan gras, boomschors, zwart- of
scherp zand zijn. Ieder zal dit voor zich
zelf moeten bepalen. Heb je bij de fokker
gezien dat er iets in het hok ligt zoals
houtschaafsel of papiersnippers dan kan je
de eerste dagen een kistje (zonder bodem) in
het hondentoilet zetten en daar dit zelfde
materiaal in leggen. Door dit laagje elke
dag iets dunner te maken leert je pup heel
snel om op de, door jou uitgekozen,
ondergrond zijn behoefte te doen.
Een pup moet allereerst vertrouwen
krijgen, vertrouwen in zijn nieuwe baasjes,
zijn nieuwe omgeving, vertrouwen in andere
dieren, vertrouwen in niet-huis gebonden
situaties zoals de bus, trein, verkeer in de
stad, een schoolplein vol spelende kinderen,
het voetbalveld, een terrasje vol
langslopende mensen, vertrouwen in
autorijden, in een mandje op de fiets enz.
enz. dit is de gewone" socialisatie van uw
pup. Maar er zijn nog andere dingen die
belangrijk zijn voor uw pup om heel snel te
leren, zoals:
- voedsel aanpakken van zijn baasjes, voer
hem de eerste dagen met de hand, dit schept
heel snel vertrouwen, hierdoor kan je je
hond ook beter voeden als hij ooit ernstig
ziek wordt, en neemt hij sneller beloningen
aan als je met hem gaat trainen
- leren spelen! en het liefst met speelgoed
waarin eten verstopt kan worden. Daar kunnen
ze uren mee bezig zijn, om het laatste
restje eruit te likken of het laatste brokje
eruit te krijgen! Dus als ze dit goed en
graag doen, geeft dat u de gelegenheid om uw
hond enkele uren alleen te laten zonder dat
hij de neiging krijgt om zich te gaan
misdragen, iets wat meestal uit verveling
geboren wordt.
- leren alleen te zijn. Elke hondeneigenaar
moet vroeg of laat zijn hond een tijdje
alleen laten. Een hond die, als pup, niet
geleerd heeft om alleen te zijn, vind dit
vreselijk, wordt angstig, gaat blaffen,
janken, de boel vernielen. Dus ook als u
niet hoeft te gaan werken, als er "altijd"
iemand thuis is, leer toch uw pup om alleen
te kunnen zijn, u weet nooit hoe uw situatie
de komende 10-15 jaar gaat veranderen.
De opvoeding van uw pup begint op het
moment dat hij, voor het eerst, bij u
binnenstapt. De opvoeding van uw pup gebeurt
dus thuis. Als u voldoende informatie heeft
vergaart voordat uw pup thuis komt, heeft u
voor de opvoeding niet perse een
hondenschool nodig. Maar wat kan een
hondenschool dan wel voor u en uw pup doen?
Op een (goede) hondenschool ondersteunen ze
u in uw taak om uw pup een goede opvoeding
te geven, u leert trucjes die het u en uw
hond gemakkelijker maken om hem te leren
gehoorzamen, wat minstens even belangrijk
is, op een goede hondenschool krijgt uw pup
voldoende gelegenheid om te socialiseren met
andere pups, maar ook met volwassen honden,
en dit laatste is vrijwel ondoenbaar zonder
hondenschool. Iedereen heeft wel enkele
honden in zijn omgeving waarmee de pup in
contact kan komen, maar hoe meer stabiele
honden uw pup leert kennen, hoe beter hij
hier in zijn latere leven mee om kan gaan.
Een goede hond-hond socialisatie zorgt
ervoor dat uw hond leert spelen met andere
honden, niet uitvalt naar andere honden,
geen angst vertoont naar andere honden, maar
wel hondentaal leert lezen waardoor hij
vroegtijdig zijn gedrag aan kan passen als
hij een andere, niet gesocialiseerde hond,
tegenkomt.
Voor een hond is elke situatie, elke
omgeving anders. Hij moet telkens opnieuw
leren dat de regels ook in deze omgeving
tellen. Het voordeel is dat hij het
commandeo op zich niet meer hoeft te leren,
alleen dat het commando in deze andere
omgeving ook telt. Bovendien heeft hij al
heel snel door dat het baasje op de
hondenschool veel alerter is dan in het
dagelijks leven en dat er van hem verwacht
wordt dat hij hier alles wel zo snel
mogelijk netjes uitvoert. Het verschil zit
hem dus niet in de hond, maar in het baasje!
Een pup moet opgevoed worden, daar is
geen twijfel over mogelijk, maar natuurlijk
hebben we allemaal een leven dat al vol
verplichtingen zit en heb je dan wel tijd om
een pup in huis te nemen en op te voeden? In
feite heb je helemaal geen extra tijd of
benodigdheden nodig voor het opvoeden van je
pup. Je moet de opvoeding gewoon integreren
in je gewone leven, er zijn zoveel momenten
op een dag waarop je gewoon even staat te
wachten of die je aan kunt grijpen om je
hond een opdracht uit te laten voeren.
Je kunt een "zit" en "blijf" doen tot je
theewater kookt of je Senseo begint te
werken, een "lig" terwijl je toast in de
machine zit, je eten in de magnetron aan het
opwarmen is, een "plaats" als de reclame op
tv begint en je snel een kop thee gaat halen
(supermoeilijk op te blijven liggen als de
baas uit het oog verdwijnt, dus langzaam
opbouwen is de boodschap)
Je kunt hem van alles leren apporteren, zijn
eigen speelgoed zodat je het niet zelf op
hoeft te ruimen, een papiertje dat in je
tuin terecht is gekomen, de sok die naast de
wasmand terecht is gekomen of je pantoffels.
Je kunt hem leren "zachtjes" te zijn en hem
je post laten dragen, is het een grote hond
kan hij je handtas of de tas van de kinderen
dragen. Leer hem een trucje (koprol, dood
liggen, high five) dat hij moet doen voor
hij naar buiten mag, voor jij opstaat van
het toilet, of voor jij naar bed gaat. Leer
hem "zit" en "blijf" voor hij zijn eten
krijgt, zodat jij op een rustige manier zijn
halsband aan kan doen, terwijl jij in de
tuin werkt, of aan het stofzuigen bent.
De meeste pups van een ras met "langharig
stokhaar" zoals de Schotse Collie, Shetland
sheepdog en Keeshond (Pomeriaan) krijgen een
periode, vanaf de leeftijd van ongeveer 14
weken dat ze, op z'n zachts gezegd, niet
moeders mooiste zijn. De puppyvacht,
waardoor ze wel op teddybeertjes leken,
wordt wel langer, maar vermeerdert niet in
aantal, terwijl de pup natuurlijk wel
groeit! Ondertussen begint ook de volwassen
vacht langzaam te groeien. Het resultaat is
dat de pup een iele vacht krijgt met lange,
wijduitstaande pieken, die steeds meer
uitvalt. Uiteindelijk heeft de pup hier en
daar nog een pluk lang haar, en op andere
plaatsen een hele korte (volwassen) vacht.
Het heeft tijd nodig, meestal wel tot de pup
7 tot 8 maanden oud is voor hij een mooie,
volle, volwassen vacht begint te krijgen.
Maar uiteindelijk groeit uw lelijk eendje
uit tot een prachtige zwaan.